De Griekse stemhokjes stonden in Duitsland
Naar de euro-uitgang
De Grieken hadden bij wijze van spreken net zo lief niet kunnen gaan stemmen, zegt BART VAN CRAEYNEST, want één uitkomst ligt toch vast: die van de wanhopig stemmende vooruitzichten.
De ogen van zowat de hele economisch-financiële wereld zijn nog maar eens op Griekenland gericht. Volgens het standaardverhaal beslisten de Grieken gisteren over hun toekomst in de eurozone: een stem voor de traditionele partijen Nieuwe Democratie en Pasok zou Griekenland in de euro houden, een stem voor het radicaal-linkse Syriza zou regelrecht naar de uitgang leiden. Die retoriek klopt niet: de beslissing over hun toekomst in de euro ligt al lang niet meer in Griekse handen. Die beslissing wordt in de loop van de komende weken en maanden genomen in Berlijn. De Grieken stemden dit weekend enkel nog over hoe snel ze de hele situatie op de spits willen drijven.
De Griekse economie is ondertussen al vier jaar in vrije val. De gemiddelde welvaart viel in die periode met zo'n 17 procent terug. De werkloosheidsgraad klom boven 20 procent, meer dan de helft van de Griekse jongeren is werkloos. En nog belangrijker: er is vandaag geen enkel zicht op beterschap voor de Griekse economie. Integendeel, als de nieuwe Griekse regering zich wil houden aan het huidige besparingsprogramma dat opgelegd is door Europa en het IMF moet die dringend op zoek naar zo'n 4 procent van het bbp aan bijkomende besparingen voor 2013. De jaren daarna moeten nog extra inspanningen volgen. En zelfs als Griekenland er op miraculeuze wijze in zou slagen om het programma te volgen, komt het in 2020 nog altijd uit op een onhoudbare situatie.
Weg met de halfbakken compromissen
Zo ver zal het niet komen. Doorgaan met de zware besparingsinspanningen duwt de economie alleen maar dieper en de werkloosheid alleen maar hoger. En er zijn limieten aan hoeveel economische miserie een land zichzelf kan opleggen. De uitzichtloze situatie zou onvermijdelijk nog meer politieke onrust veroorzaken. Volgende verkiezingen zouden dan niet meer gaan tussen de traditionele partijen en het al met al nog gematigde Syriza, veel extremere alternatieven komen dan echt op het voorplan. Het is al enige tijd duidelijk dat het huidige sanerings- en hervormingsprogramma voor Griekenland geen enkel valabel toekomstperspectief inhoudt. Wie de verkiezingen gisteren ook gewonnen heeft, en concreter wie er ook mag in slagen een regering te vormen, daar verandert niets meer aan. Het land moet hoe dan ook af van de huidige besparingsdruk.
De beslissing over het Griekse besparingsprogramma werd niet dit weekend in het kieshokje genomen, maar ligt de komende weken op tafel in Berlijn. In de gebruikelijke Europese stijl wordt er wel nog een compromis uitgewerkt waarbij iedereen zijn gezicht wat kan redden. Zelfs met een eventuele nieuwe regering met Syriza lijkt dat nog altijd het meest waarschijnlijke scenario. Voor Griekenland is de tijd van halfbakken compromissen evenwel al lang voorbij. Om enig redelijk perspectief te bieden voor de Griekse situatie is een spectaculaire koerswijziging nodig: de besparingsplannen moeten de kast in, zodat de overheid volop kan focussen op de broodnodige structurele hervormingen, er is nood aan groeibevorderende maatregelen met financiële steun van Europa en een verdere schuldherschikking dringt zich op. Een minder vergaande bijsturing betekent enkel uitstel: dan botst Griekenland binnen de kortste keren opnieuw tegen de grenzen van het licht aangepaste programma.
De toekomst van Griekenland binnen de euro hangt dan ook af van hoeveel de kern van Europa wil toegeven op het huidige besparingsprogramma. En daar wringt het schoentje: wat nodig is voor Griekenland, is meer dan waarschijnlijk verschillende bruggen te ver voor landen als Duitsland en Nederland. Een zekere versoepeling van het programma is zeker niet onoverkomelijk, maar heel ver kunnen de kernlanden daarin allicht niet gaan. Een duidelijke versoepeling zou immers een signaal zijn voor andere landen die op vrij korte termijn extra steun nodig zullen hebben (zoals Portugal, Spanje en Ierland). En nog belangrijker, zo'n versoepeling zou meer dan waarschijnlijk op zware politieke weerstand botsen in sommige van de kernlanden. De Nederlandse kiezers zouden, als zij midden september naar de stembus trekken, allicht heel negatief reageren op zo'n koerswijziging. Weinig verrassend was het dan ook dat de Duitse bondskanselier Angela Merkel ook de jongste dagen bleef hameren op een volledige uitvoering van het Griekse programma.
Pest of cholera
Op die manier zitten zowel Griekenland als de rest van de eurozone vandaag in een onmogelijke situatie. De Grieken kunnen niet verder in de huidige dynamiek, terwijl de kern van Europa niet voldoende kan/wil toegeven om de situatie leefbaar te maken voor hen. Tegen die achtergrond is het voor elke Griek perfect rationeel om zijn spaargeld zo snel mogelijk uit het Griekse banksysteem te halen. Samen met de aanhoudende recessie duwt dat Griekenland almaar meer in de richting van de euro-uitgang. Een nieuwe Griekse regering met de traditionele partijen kan die beweging nog even proberen uit te stellen, maar weinig meer dan dat.
Hoewel niemand het echt wil, weinigen er beter van zullen worden en het een praktische nachtmerrie wordt, is het Griekse vertrek allicht al niet meer te keren. Enkel een bocht van 180 graden van Duitsland kan zo'n scenario nog vermijden, maar dat zit er vast niet meer in. De rest van Europa kan zich vandaag het best al volop concentreren op hoe het zal vermijden dat Griekenland de eerste van een reeks euro-domino's wordt. Ondanks alle ronkende verklaringen wordt dat extreem moeilijk.
DS, 18-06-2012 (Bart Van Craeynest)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|