![]() |
#4
|
||||
|
||||
![]() Waarop wachten wij?
Wie is de mens nog in een samenleving die gedicteerd wordt door de 'moodswings' van Standard & Poor's? Of is dat eerder een wat-vraag geworden, in onze ontmenselijkende 'computer says no'-maatschappij, waar wie niet rendeert of in het format past ongewenst is? Dat die vragen al gesteld moeten worden, lijkt MARC REUGEBRINK te duiden op een fundamenteel gebrek aan fatsoen. Men zou voor minder uit zijn vel springen. Is er dan geen enkele hoop? Mogen we niet een klein lichtpuntje zien in het feit dat een nieuwe generatie blijkbaar en masse voor de volgens de heersende ideologie verkeerde studierichtingen kiest? Dezelfde generatie trouwens die in het recente verleden al meerdere malen op straat kwam om beter onderwijs te eisen? En wat te denken van de indignados – weliswaar zo op het oog een ongewassen zootje alternatievelingen dat blijkbaar de tijd heeft om helemaal van Madrid naar een park in Brussel te wandelen, maar toch. En de Occupy-beweging, de ‘we are the 99%'? Daar staan ook mensen zonder rastakapsel tussen. Beide groeperingen beroepen zich onder andere op een pamflet van Stéphane Hessel, een 93-jarige voormalige diplomaat die in 2010 Indignez-vous! publiceerde, een boekje waarvan wereldwijd al meer dan 3,5 miljoen exemplaren werden verkocht. Of studenten die de ‘verkeerde' richting kiezen dat werkelijk doen vanuit een ideologisch verzet tegen de huidige status-quo, valt te betwijfelen. Aan engagement ontbreekt het een jongere generatie niet, maar dat blijft meestal beperkt tot welbepaalde issues: dat stukje bos dat niet gekapt mag worden, die specifieke vissoort die gered dient te worden. Ze zijn door de babyboomers vooral opgevoed tot consumenten, en dat blijkt ook uit hun manier van activisme. Dat lijkt vrijwel nooit gericht te zijn op de totaliteit, maar meestal op het redden van dit, het veranderen van dat. De keuze voor humane wetenschappen is zo bekeken eerder een keuze voor iets interessants uit de onderwijswinkel. De bestaande structuren Ik vraag me ook af wat het eigenlijk betekent als een 93-jarige Fransman met een boekje van nog geen twintig bladzijden meer deining veroorzaakt dan andere kritische geesten die over dezelfde kwesties een half oeuvre bij elkaar schreven – sommigen al sinds de jaren zeventig. We moeten in opstand komen tegen de groeiende kloof tussen arm en rijk, schrijft Hessel, en ook tegen onze omgang met illegale immigranten, we moeten de vrije, ook van financiële machten onafhankelijke pers in ere herstellen, we moeten het milieu beschermen, het welvaartssysteem verdedigen en ons het lot van de Palestijnen aantrekken. Ik maak me sterk dat, laten we zeggen, een 23-jarige Vlaming met eenzelfde geschrift niet zo veel lezers zou hebben bereikt, in ieder geval niet in bijna dertig talen vertaald zou zijn, laat staan integraal in het Amerikaanse blad The Nation zou zijn opgenomen. Waarom dan wel Hessel? Hij is in ieder geval geen tafelspringer. Hij roept niet op tot revolutie, zo blijkt uit een dit jaar verschenen vervolgboekje, Engagez-vous! – een interview met de jonge journalist Gilles Vanderpooten. Wat hij eigenlijk wil, ligt in de lijn van wat ook Tony Judt in Het land is moe (2010) bepleitte: een terugkeer naar de oorspronkelijke uitgangspunten van de sociaaldemocratie, al heet het bij Hessel niet zo. Zijn inspiratiebronnen zijn De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (aan het opstellen waarvan hij zelf in 1946 meewerkte) en het Programma van de Nationale Raad van het Verzet, dat in de oorlog in Franse verzetskringen geschreven werd. Dat Programma bepleitte naast de hier al genoemde zaken ook nog de nationalisatie van de energiebronnen en de banken. Dat klinkt politiek, en zeker die nationalisatie is tegen de tanden van hartstochtelijk privatiserende liberalen. Maar als het gaat om de wijze waarop dit alles bereikt moet worden, verzandt de voormalige diplomaat Hessel onmiddellijk in wat de bestaande structuren te bieden hebben. Hij verwijst naar ngo's, de Verenigde Naties, organisaties met nobele doelstellingen die weliswaar in de afgelopen zestig jaar bepaalde zaken in de wereld konden veranderen, maar niet hebben verhinderd dat we nu meer dan ooit op de rand van de afgrond staan. De vrijheid die in de Universele Rechten van de Mens staat ingeschreven, is door machthebbers ook binnen die organisaties altijd op een wel heel particuliere manier uitgelegd. De voorgestelde oplossingen lijken zo onmiddellijk deel van het probleem te worden. Illusie Stéphane Hessel blijkt uiteindelijk een vriendelijke oude baas die door zowel zijn leeftijd als zijn levensloop boven elke verdenking staat. Hij is onschuldig. Als oud-verzetsstrijder, als een man die de kampen aan den lijve heeft meegemaakt en die weet wat tirannie kan doen, is hij de vleesgeworden herinnering aan een échte vrijheid, een vrijheid die latere generaties – de generatie van zijn kinderen met name – zodanig hebben verkwanseld door haar in te perken tot enkel consumentisme, dat zij nu niet meer lijkt te bestaan. Hij is, kortom, de ideale incarnatie van het soort droom dat mensen nu eenmaal nodig hebben om uiteindelijk vrede te nemen met de wereld zoals ze nu eenmaal is. En daarmee wordt hij bij uitstek de verpersoonlijking van het soort illusie waar vooral de media wel weg mee weten (zoals ook Howard Beale uit de film Network zijn woede alleen mag ventileren omdat het goed is voor de kijkcijfers en dus voor de inkomsten van het tv-station). Zo is Hessel eerder het bewijs van onze onmacht dan een hoopvol symbool dat alles anders kan. Het doet aan de verontwaardiging, de woede niets af. Integendeel. Maar we staan voor het overige met de mond vol tanden. Ook wij weten niet hoe. Onze woede is niet in de eerste plaats politiek van aard. Ze is vooral moreel. De niets en niemand ontziende wijze waarmee het bedrijfsleven opereert, de totale verwildering in de financiële wereld, de als een godheid opgevoerde markt waartegen niemand iets vermag: het duidt op een diepgewortelde immoraliteit die ons onder het mom van vrijheid als het enige mogelijke wordt opgedrongen. De politici die daar achteraan rennen – met de nodige gretigheid als ze rechts zijn, met defaitisme als ze ooit links waren – zijn hun morele kompas compleet kwijtgeraakt. Ze weten niet meer wat fatsoenlijk is. Als ze het werkelijk goed voor hadden met de mensen, dan zouden ze met iets anders op de proppen komen dan met datgene wat die mensen tot melkkoe, slachtvee en desgewenst tot kanonnenvoer reduceert. Tot kiezers die kunnen kiezen tussen wat het geval is en wat het geval blijft. Tot on-mensen, zelfs, als het lot hen in een situatie heeft gebracht waarin ze de samenleving niets meer opleveren. Het maakt dat de meesten van ons zich terugtrekken in de apathie. Après nous le déluge, bijna als een smeekbede. Dat het maar zo lang mag duren, alstublieft. En dat ze ons onderwijl gerust laten. Dat ze ons onze SUV's laten, onze led-tv's, onze iPod en –Pad en –Mac. Laat ons heden onze centrale verwarming, onze motorgrasmaaiers, ons brood en onze spelen. Verlos ons van onze ziel. Want zodra we die gewaar worden, wordt het pijnlijk en gênant. Menselijk drama En zij die op beurspleinen, voor financiële instellingen, voor overheidsgebouwen zich de ziel uit het lijf schreeuwen, waar wachten zij op? Op een soort Jezus die zoiets roept als: ‘mijn huis moet een huis van mensen zijn, maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt'? Een verlosser die korte metten maakt met het immorele gespuis dat ons regeert? Dat zou nog eens wat zijn, al is het voor wie de geschiedenis kent tegelijkertijd een angstwekkende gedachte. Voorlopig hakken de autoriteiten nog vrolijk met de wapenstok in op demonstranten die borden en spandoeken omhoog houden waarop al bij al tamelijk gematigde, niet zelden zelfs humoristische teksten staan. Protesteren is één ding, maar ze moeten niet de noodzakelijke gang van zaken verstoren. Waarop wachten we? Moet het werkelijk zo ver komen dat ergens, in New York, in Londen, in Frankfort, in Tokio, een jonge fruitverkoper zich in brand steekt en de beursvloer oprent? Een schrijver zich opblaast in Terzake? Een vanwege een tegenwerkende overheid moe getergde leerkracht een hele klas en vervolgens zichzelf over de kling jaagt? Dat heet in de media steevast ‘een menselijk drama'. Maar dat drama is er al. Hier en nu. http://reugebrink.skynetblogs.be DS, 29-12-2011 (Marc Reugebrink)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |