![]() |
|
#1
|
|||
|
|||
Ik kan alleen maar beamen wat Lien zegt. Het toepassen van de taal is zeer belangrijk. Haar ervaringen op het taalkamp doen me denken aan het taalkamp waar ik tijdens de zomers lesgeef. Het is een taalkamp Engels waar vooral Franstaligen naartoe gaan. Een week lang is het voor hen verboden om Frans te spreken. Ze mogen enkel en alleen Engels spreken: 's morgens aan tafel, tijdens de lessen, tijdens de pauze's, tijdens de activiteiten, 's avonds,... Als je Frans praat, volgt er een sanctie. Tijdens die taalweek wordt er dus veel aandacht besteedt aan het toepassen van de taal. Natuurlijk is het wel belangrijk dat je de grammatica niet zomaar opeens achterwege laat. Daarom wordt er tijdens de lessen tijd gemaakt om veel grammatica (en woordenschat) te bestuderen zodat je ze na de lessen kan toepassen.
Persoonlijk ben ik een voorstander van CLIL. Ik zou het zelf namelijk zeer leuk vinden om geschiedenis in het Engels te geven, en je verbreedt zo ook de leerkansen voor de leerlingen. |
#2
|
|||
|
|||
De populariteit van het Engels
Mijn mening komt overeen met de voorgaande meningen. Het is een verrijking aan het lesgeven als lessen in het Engels gegeven worden. Niet alleen voor de leerkrachten, maar ook voor de leerlingen. Beide partijen kunnen ervan leren. Engels is een wereldtaal en wordt steeds belangrijker. Personen die vlot Engels praten zullen ook makkelijker aan een job geraken dan mensen die dat niet kunnen. In nagenoeg elk land zijn er mensen die Engels kunnen praten. Op reis heb je een grote kans dat mensen je verstaan als je Engels praat, wat makkelijk is als je iets zou willen vragen. Als je verhuist naar een ander land is het ook makkelijk, want zo kan je in het begin Engels praten wanneer je de plaatselijke taal leert. Allemaal voordelen dus.
|