![]() |
|
#1
|
|||
|
|||
Haram - zondig - verboden
kheb weer een woord bijgeleerd voor in de les MAVO ...
Serieus nu ... Zulke verhalen zijn gewoon schrijnend. Ben blij dat er over geschreven wordt en kan maar al te goed begrijpen dat je gevaar loopt als je dergelijke lectuur naar buiten brengt. Maar toch goed dat ze het doet. Het laat nog maar eens zien dat datgene wat wij zien niet de waarheid is. Het is het topje dat wij alleen zien. We moesten eens weten wat er allemaal daar onder zit. De integratieproblematiek kent geen grenzen in dit land. |
#2
|
|||
|
|||
ik weet niet of het in België ook zo erg zal zijn... Ik denk(hoop) echter van niet.
Volgens mij is dit echter wel niet het tipje van een ijsberg zoals didpro zegt, omdat ik toch denk dat dit eerder een uitzondering is. Er zullen ongetwijfeld nog wel gelijkaardige gevallen zijn, en dit is uiteraard een probleem waarmee het ministerie van onderwijs rekening moet houden, MAAR ik denk dat er per uitzondering ook wel enkele scholen zullen zijn die volop voor integratie kiezen. Misschien is het ook wel nuttig om deze scholen ook eens in de verf te zetten |
#3
|
||||
|
||||
Geen baan voor moslima zonder hoofddoek - De eerste zaak van een moslima die weigert een hoofddoek te dragen, kwam gisteren voor.
Mag een islamitische school eisen dat islamitische docentes een hoofddoek dragen? Dat was de inzet van een zitting bij de Commissie Gelijke Behandeling gisterochtend. Tot nu toe kreeg de commissie alleen met hoofddoeken te maken als een moslima er een wilde dragen en een werkgever dat verbood. Voor het eerst doet zich nu de omgekeerde situatie voor. In juni dit jaar solliciteerde Samira Haddad (32) als docente Arabisch op het Islamitisch College Amsterdam (ICA). Ze werd afgewezen omdat de school eist dat islamitische docentes een hoofddoek dragen. Haddad weigert. Ze is weliswaar moslim, maar een hoofddoek ,,past niet bij haar'' en is in haar land van herkomst, Tunesië, zelfs verboden. De afgewezen docente stapte naar de Commissie Gelijke Behandeling. Volgens Haddad is er sprake van discriminatie, omdat de hoofddoek op het ICA alleen verplicht is voor moslimdocentes. De school heeft ook niet-islamitische docentes, voor hen geldt de eis niet. Bovendien, stelt Haddad, is de hoofddoek niet noodzakelijk voor het uitoefenen van haar beroep. Voor de commissie is de ,,noodzakelijkheidseis'' een van de twee criteria waarop de zaak wordt getoetst, bleek gisteren. Daarnaast kijken de juristen of de verplichte hoofddoek voortkomt uit consistent beleid van de school, beleid dat gericht is op het realiseren van de doelstelling. Dat zijn de twee uitzonderingen die het voor een bijzondere school mogelijk maken om een onderscheid te maken. Voor de school is de zaak duidelijk. Het bestuur eist een hoofddoek omdat de koran het voorschrijft. In de statuten en het personeelsreglement is vastgelegd dat medewerkers de voorschriften uit koran en soenna dienen te respecteren. Niet-islamitische docenten kunnen ontheffing vragen, die automatisch wordt verleend. Dus, vroeg voorzitter A.C. Hendriks van de commissie, als Haddad zich geen moslim meer noemt, kan ze alsnog worden aangenomen? Klopt, zei bestuurder E. De Jong van de school. ,,Wij volgen de grammaticale interpretatie van de koran, en die is helder'', zegt De Jong. Haddad trekt deze interpretatie in twijfel. Volgens haar kan zij moslima zijn zonder hoofddoek. Omdat het ICA zich zo duidelijk beroept op een voorschrift uit de koran, zal de commissie zich niet helemaal kunnen onttrekken aan een debat over de positie van de hoofddoek in de islam. De commissie oordeelt uiterlijk 12 december. DS, 17-10-2005
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |
#4
|
||||
|
||||
Hoofddoek? In de Koran staat het dus niet...
Hoofddoek / In de Koran staat het dus niet
Voorstanders van de hoofddoek beroepen zich op de Koran. Maar zij halen eruit wat er níet instaat: kijk zelf maar, zegt theoloog Mohamed Ajouaou. Het Islamitische College Amsterdam weigert Samira Haddadeen vrouw te benoemen omdat ze niet gehoofddoekt voor de klas wil staan. Het is treurig dat islamitisch talent om aar de islamitische gemeenschap, vooral in het onderwijs, dringend behoefte aan heeft om zo'n reden wordt geweerd. Van dit gebaar gaat slechts één boodschap uit: in het islamonderwijs is er alleen plaats voor één soort moslims: aanhangers van de strenge variant van de islamitische leer. De school verweert zich bij de Commissie Gelijke Behandeling met twee argumenten. De hoofddoek zou een koranvoorschrift zijn en het personeel dient zich naar de letter van de statuten te schikken. Daarin staat dat de ’voorschriften van de Koran en Soenna’ nageleefd moeten worden. Beide argumenten snijden geen hout en dienen opnieuw ontzenuwd te worden. De uitdrukking ’naleven van voorschriften van de Koran en Soenna’ is een vage mantra die vaak voorkomt in de statuten van islamitische organisaties. Kamers van Koophandel waarbij deze statuten worden gedeponeerd, dienen om specificering te vragen. Om welke voorschriften gaat het precies? Wat is Soenna? Zijn dat de overleveringen van de profeet of de door schriftgeleerden uitgewerkte wetten (fiqh en sjaria)? Om welke overleveringen gaat het en zijn ze getoetst op betrouwbaarheid? En kan men met overtuiging stellen dat elke profetische uitspraak een wet of voorschrift is? Dat de Koran de hoofddoek voorschrijft kan niet langer volgehouden worden. Er zijn slechts twee verzen die ernaar verwijzen. In geen van twee komt de hoofddoek voor. Het eerste luidt: ’en zegt tot de gelovige vrouwen dat zij hun ogen neerslaan (?) en dat zij hun schoonheid niet openlijk tonen, behalve wat gewoon zichtbaar is’ (Koran 24, 30). Schriftgeleerden hebben uit de woorden ’behalve wat gewoon zichtbaar is’ opgemaakt dat slechts het gezicht en de handen ongedekt kunnen blijven. De rest zou behoren tot de ’schoonheid’ die gedekt moet worden. Met ’schoonheid’ wordt specifiek bedoeld de lichaamsonderdelen die vertoon in het openbaar, seksuele gevoelens opwekken, in het islamitische jargon de Awra. Nu is de vraag: behoort het hoofdhaar van de vrouw hedendaags tot de awra die seksuele lustgevoelens opwekt? Vele theologische antwoorden luiden neen. Zoals de letterlijke interpretatie van ’ogen neerslaan’ in communicatief opzicht ook niet opgaat voor een moderne moslimdocente, die assertief moet optreden en zich staande moet houden tussen scholieren. De andere soera luidt: ’O profeet! Zeg tot jouw echtgenotes, jouw dochters en vrouwen van de gelovigen iets van hun overkleding over zich heen naar beneden te laten hangen. Dat bevordert het best dat men haar niet herkent en niet lastig valt’ (Koran 33, 59). Dit vers heeft het over de hijaab, een verhullende kledingstijl waar, gelet op de geest van de eerste soera, een hoofddoek geen deel van hoeft uit te maken. Bovendien laat dit vers duidelijk zien dat de hijaab, met of zonder een hoofddoek, geconditioneerd is door de angst lastig te worden gevallen oftewel seksueel geïntimideerd te worden. In onze moderne samenleving is deze angst bij optreden in het openbaar niet gegrond, omdat we daar passende sancties voor hebben bedacht. Denk aan het lot van Lubbers met zijn vriendelijk gebaar ’tik op de billen van zijn VN-medewerkster’. Het Islamitische College Amsterdam dient in zijn cliënten en personeelsbestand een afspiegeling te zijn voor de diversiteit binnen de moslims. Met of zonder hoofddoek, zowel de precieze als de rekkelijke moslims moeten ruimte krijgen. Mohamed Ajouaou is theoloog Trouw, 22/10/2005
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |