![]() |
|
#1
|
|||
|
|||
Als de toename van het aantal langdurig zieken, zoals Dennis zegt, door de werkdruk wordt veroorzaakt, moeten de werkgevers hier dan niet iets aan doen? We moeten ons afvragen hoe het komt dat zo veel mensen depressies krijgen en wat hieraan gedaan kan worden.
Ik ben ervan overtuigd dat als je een job hebt die je graag doet, je geen depressie kan krijgen. Als je elke dag vol passie met je job bezig bent, is het moeilijk te geloven dat deze je depressief kan maken. Volgens mij is de oorzaak van de langdurig zieken eerder te zoeken de latere pensioenleeftijd. Op latere leeftijd krijgen we de zogenaamde ouderdomsklachten: we beginnen minder goed te zien, onze rug heeft al te veel meegemaakt om niet pijn te doen, we zijn sneller uitgeput ... Hier lijkt niet direct een oplossing voor te zijn. Het enige wat we kunnen hopen is dat de regering de pensioenleeftijd niet nog hoger legt want het lichaam heeft echt wel een grens. Vermoedelijk is deze grens nu wel bereikt. |
#2
|
|||
|
|||
Dennis haalt werkdruk en depressie aan en Melissa spreekt over de te hoge pensioengrens die intussen tien jaar hoger ligt dan de gemiddelde leeftijdsverwachting twee eeuwen geleden lag.
Een depressie vanwege teveel werkdruk (ook wel burn-out geheten) komt echt niet zoveel voor als je zou denken. Meestal ligt de oorzaak van zo'n burn-out bij je persoonlijke leven, waarna je je stort op je werk om niet aan je problemen te moeten denken. Sinds de term burn-out is gelanceerd, zijn mensen echter veel sneller geneigd om als een bende hypochonders naar de dokter te lopen en te schreeuwen over alle kleine zeertjes op hun werkvloer. Daarna mogen ze enkele maanden thuis zitten op ziekenkas en kunnen ze de kwestie jaren laten aanslepen. Dat allemaal terzijde is dit niet de oorzaak van het probleem. Dat is goed nieuws, want de echte oorzaak van het probleem zou binnenkort uit het systeem verdwijnen: de ziektedagen. Ik ken persoonlijk een ambtenaar die in zijn laatste dienstjaren zit en ondanks zijn aanslepende rugklachten, meerdere maanden in het ziekenhuis voor allerhande operaties aan maag, darm, longen, keel en knie, heeft hij voor bijna twee jaar aan ziekendagen over. Zo is het plots minder lastig om je in te beelden dat een kerngezonde man op z'n 55 er even een jaartje tussenuit wil en intussen de garantie heeft dat hij (mits aftrek vanwege ziekenkas) wedde trekt én een baan heeft om naar terug te keren. Lang verhaal kort: als we geen ziekendagen meer kunnen sparen, krijgen we geen opstopping van generatie na generatie die ze tegelijk wenst in te zetten. |