![]() |
|
![]() |
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
|
#1
|
||||
|
||||
![]() De grote ontrafeling van het vrije Westen
Volgens Philipp Blom maken we misschien het mondiale einde van de democratie mee. Als mensen moegetergd afhaken en cynisch worden, dan komt het niet meer goed. Op CNN zei de verbannen Russische journalist Michail Zygar dat in Moskou mensen het einde van de Verenigde Staten, de hegemonie van de zogenaamde vrije wereld vergelijken met de val van de Sovjet-Unie in 1989. Hun argument: in de USSR geloofden de mensen niet meer in de officiële ideologie en waren ze cynisch geworden. Het resultaat was de ineenstorting van het systeem. Zijn we nu getuige van een vergelijkbaar proces, de systemische instorting van het Westen? Of maken we alleen het einde mee van een trans-Atlantisch partnerschap en de culturele neveneffecten daarvan? Het Europese politieke landschap wordt gekenmerkt door een versterking van radicale antidemocratische, neofascistische krachten, door onliberale democratieën en autoritaire, racistische partijen, maar ook door sociale polarisatie, pessimisme en cynisme ten opzichte van het heersende systeem. Sociale wetenschappers en psychologen slaan alarm over de enorme toename van sociale haat, willekeurige gewelddaden, online radicalisering en vrouwenhaat, over de afname van de sociale cohesie nu stadscentra leeglopen, van het basale respect voor leraren, medisch personeel en andere ambtenaren, over de proliferatie van socialemediabubbels, samenzweringstheorieën en manipulatie van buitenaf, of het nu gaat om de trollenlegers van Rusland of de verschijningen van Musk tijdens de Duitse verkiezingen. Wat de westerse naoorlogse democratieën hebben gerealiseerd, zijn simpelweg de centrale waarden van de verlichting. Niets van dit alles is eenvoudig, van de inherente hypocrisie van het project tot de vaak incompetente of meedogenloze uitvoering, maar dat doet niets af aan de morele grootsheid van het idee dat alle mensen dezelfde rechten, dezelfde kansen, dezelfde waarde en waardigheid moeten krijgen. Kapitalisme zonder democratie De liberaal-democratische triomf na 1989 sloeg niet overal aan. China bewees dat kapitalisme perfect mogelijk is zonder democratie. Irak kon niet gebombardeerd en omgekocht worden om een westers politiek systeem te accepteren. Delen van Europa wezen de sociale verworvenheden van de afgelopen decennia actief af en gingen het idee van een onliberale democratie of regelrechte dictatuur uitwerken. Nu gebeurt in de VS iets vergelijkbaars. Daardoor is de houding tegenover democratie drastisch veranderd. Jongeren verkiezen het idee van een sterke leider, democratische instellingen worden in diskrediet gebracht, samen met de media, de rechtbanken, de universiteiten en de parlementen. Populisten vieren historische overwinningen door de “gewone” mensen op te zetten tegen de wortelloze kosmopolitische elites en parasitaire migrantenhordes. Hun overwinning verblindde de liberale elites – en ja, ze bestaan, kijk maar om je heen – voor dramatische verschuivingen in de samenleving. Globalisering betekende niet alleen een vlucht van zware industrieën uit Europese landen, het creëerde ook een nieuwe politieke situatie, omdat arbeidersbewegingen en socialistische partijen wegkwijnden en centrumlinks zijn focus verlegde van de traditionele arbeidersstrijd naar identiteitspolitiek, die meer in trek was bij de links-liberale inwoners van grootstedelijke gebieden. Die voormalige burgers uit de arbeidersklasse kwamen in een nieuwe sociale realiteit terecht en trokken de terechte conclusie dat hun belangen niet werden gediend door het heersende systeem. Ze lijden geen honger, maar de tijd van sociale mobiliteit is voorbij en daarmee de hoop op een betere toekomst. Liberale elites, dat zijn mensen die goed opgeleid zijn en niet alleen hogere inkomens hebben dan het gemiddelde van de bevolking, maar ook een hogere levensverwachting, en die onevenredig veel meer invloed hebben op de politieke en sociale macht, omdat ze in de politiek zitten, bedrijven leiden, geld en kwalificaties controleren, lesgeven aan universiteiten of in de media werken. Dat betekent dat de elite moet bemiddelen tussen verschillende sociale belangen om haar privileges te verdienen, anders wordt ze weggevaagd. Tijdens de financiële crisis van 2008, om maar een voorbeeld te noemen, hebben liberale elites straffeloos wanbeleid gevoerd. Niemand werd ter verantwoording geroepen voor systeemfouten of onrechtvaardigheden, niemand was verantwoordelijk. De revolutie van 1968 De liberale overwinning was ook een overwinning van die westerse elites en hun waarden en belangen, gevormd door de generatie van de babyboomers en de revolutie van 1968. Het nieuwe denken over seks en gender, macht en kolonialisme en minderheden verplaatste zich naar de liberale sfeer van de westerse landen en van daaruit naar het onderwijs, de media en de wet. Sociale wetenschappers zoals Pippa Norris stellen dat 1968 een kloof sloeg tussen hoge en lage cultuur, omdat de liberale elites een radicaal nieuwe cultuur en esthetiek creëerden die ze beschouwden als de enige moreel legitieme vorm van expressie. Wie niet reisde, niet zo goed opgeleid was, vaak op het platteland woonde, dacht dat kunst mooi moest zijn, dat patriottisme positief was en dat mannen mannen waren en vrouwen vrouwen, werd plotseling als reactionair en zelfs achterlijk beschouwd. Weer een moment van blindheid. Vernedering blijft sudderen in de samenleving, op een gegeven moment ontploft het. Die ideologische breuk ging gepaard met een economische scheiding. Vanaf de jaren 80 bleef de stijging van de lonen ver achter op die van de productiviteit en belandde een steeds groter deel van de winst in steeds minder zakken. In een geglobaliseerde markt werden consumptiegoederen radicaal goedkoper, waardoor de materiële rijkdom van miljoenen toenam, maar in termen van macht en vermogen waren er maar weinig winnaars in de grote verschuiving van handenarbeid naar digitaal werk. En zij wonnen op grootse wijze. Een nieuwe klasse van steenrijke tech-oligarchen heeft zich ontpopt als een belangrijke politieke speler, bijna ongeremd door de wetten van traditionele democratieën. Dat zou weleens het einde van die democratieën kunnen zijn. Het grote digitale kapitaal combineert alle machtshefbomen om het perfecte surveillancekapitalisme met een democratische façade te creëren. Enkele mensen bezitten de belangrijkste technologieën en algoritmen, de grote meerderheid wordt geëntertaind, gevoed met ultrabewerkt voedsel en in een staat van onwetendheid, woede en latente angst gehouden. Dat is geen paranoïde speculatie, het gebeurt al, de helft van het werk in de richting van een autoritaire heerschappij is al gedaan – niet alleen in de VS, ook in sommige Europese landen. Gedeelde fictie Samenlevingen hebben gedeelde ficties nodig, ook al worden die nooit helemaal realiteit. De gedeelde fictie van mensenrechten, gelijkheid, vrijheid en democratie is geboren uit het collectieve trauma van eeuwenlange religieuze en imperiale oorlogen. Macht delen en verdelen, mensen zo gelijk mogelijk behandelen, uitgaan van de menselijke waardigheid, die ideeën bleken de sleutel tot het opbouwen van samenlevingen die dicht bij de verwezenlijking van de collectieve menselijke hoop kwamen. Het is onmogelijk om over de toestand van westerse democratieën te praten zonder het te hebben over de technologische verandering die sociale structuren verscheurt en onze meest persoonlijke en intieme relaties met de wereld, met onszelf en met elkaar doorploegt. Die veranderingen voltrekken zich sneller dan we ze kunnen opnemen in onze gewoonten, sociale rituelen en uitdrukkingen, laat staan in onze wetten. Het tempo en de kracht van die transformatie zouden wel eens groter kunnen zijn dan het tempo nodig om de passende nieuwe vormen van democratische participatie en collectieve besluitvorming op te bouwen. Is dit het einde van het Westen, de ineenstorting van een systeem? De scheiding van de VS markeert ongetwijfeld het einde van een tijdperk, maar de instorting van het liberale project is niet het werk van een Amerikaanse president. Het gebeurt in onze hoofden. Het is de stille afkeer van het project van driehonderd jaar, een verhaal dat ging zoals Hemingway het had: geleidelijk en dan plotseling. Was democratie slechts de politieke uitdrukking van het industriële tijdperk, en zal het tijdperk van het technofeodalisme (zoals de altijd vermakelijke Yanis Varoufakis het noemt) een eigen politieke vorm voortbrengen, die simpelweg niet mogelijk was met eerdere technologieën? Democratie en al dat gepraat over mensenrechten was leuk, maar het hoorde bij het tijdperk van het fossiele kapitalisme, was het vijgenblad van de liberale elites die zichzelf volpropten terwijl ze de hoogste morele redenen aanvoerden. Als dit de ineenstorting van het zogenaamde Westen is, dan is het ook iets meer, iets wat de Duitse rechtsgeleerde Ernst-Wolfgang Böckenförde al in 1961 voorzag toen hij schreef: “De liberale, seculiere staat berust op aannames die hij zelf niet kan garanderen.” Dat is een cruciale zin. Het is niet het systeem dat ophield te functioneren. Een democratische orde is een verzameling regels om het spel van het maatschappelijke leven te spelen. Elk spel is afhankelijk van het respect van de spelers voor die regels en voor elkaar, en van het vertrouwen dat de anderen zich ook aan de regels zullen houden. Als één groep spelers zich voortdurend uitgebuit en vernederd voelt door de regels en hun beschermheren, zal die weigeren te spelen, of zal ze dobbelstenen meenemen naar een schaakspel en messen naar een voetbalwedstrijd. Ze zullen zich tot ontwrichters wenden om het spel zelf te vernietigen en hen tot eeuwige kampioenen te maken. Niet alleen zijn die regels de afgelopen decennia enorm veranderd, de houding ten opzichte van de regels is niet meer dezelfde als generaties lang, toen mensen opgroeiden met min of meer onrechtvaardige en onderdrukkende, maar ook stabiele machtsstructuren en de bijbehorende verhalen die ze vertelden. Woekerende regelgeving De politicoloog Olivier Roy heeft iets cruciaals opgemerkt over die overgang van traditionele culturele hiërarchieën naar de meer egalitaire samenlevingen van onze geglobaliseerde wereld. Totdat globalisering, digitalisering, het internet en wereldwijde mobiliteit samenlevingen veranderden in de jaren 2000, waren sociale houdingen en waarden meestal gecodeerd in impliciete, culturele kennis. Die houdingen en waarden verliezen hun autoriteit in een getransformeerde wereld en worden vervangen door expliciete normen, woekerende regelgeving en eindeloze nieuwe wetten, allemaal om een wereld te beheersen die niet langer wordt geregeerd door de grenzen van haar collectieve verbeelding, haar gedeelde ficties. Van de innerlijke waarnemer en censor van een geweten doordrenkt van culturele vooroordelen en praktijken, lijken we naadloos te zijn overgegaan in de wereld van video-observatie en gezichtsherkenningsalgoritmen die ons voortdurend in de gaten houden. Dat lijkt mij de kern van de ineenstorting van het Westen. Net als in de stervende Sovjet-Unie hebben veel mensen hun geloof in de heersende ideologie verloren en zijn ze overgegaan tot cynisme. In het geval van het Westen is de heersende ideologie een op rechten gebaseerde liberale democratie en, dieper nog, het liberale project van de verlichting. Het raakt de kern van onze beschaving en haar project. Een dramatische verschuiving in de wereldeconomie heeft de uitgangspunten van dat experiment veranderd. Wat een historische overwinning leek, is tijdelijk respijt gebleken. Liberale, stedelijke elites – dat zijn wij – hebben een rol gespeeld in dat proces door niet te anticiperen op het verzet dat hun dominantie zou uitlokken en door de eigen overtuigingen en waarheden niet langer in vraag te stellen. De vraag is nu of het resultaat een onvermijdelijk afglijden is naar autocratieën, of dat de principes van de verlichting het tijdperk van fossiel, industrieel kapitalisme kunnen overstijgen, of het idee van sociale rechtvaardigheid nog genoeg kracht heeft om een beweging van radicale democratische hervormingen te dragen. Dit is een experiment met een open einde. De geschiedenis van Europa heeft ons geleerd wat de kosten zijn van haat, tribalisme en geweld en hoe belangrijk de gedeelde ficties van vrijheid, solidariteit, gelijkheid en democratie zijn. Het zijn onvolmaakte ficties, maar ze zijn het enige dat ons scheidt van barbarij. Philipp Blom, historicus en schrijver. Dit is een ingekorte versie van de lezing die hij gaf op de Dag van de Rechtsstaat in Mechelen. Blog DS, 09-05-2025 |