![]() |
#1
|
||||
|
||||
![]()
De harde knip in het hoger onderwijs zet de ongelijkheid op scherp
De harde knip is een niet-onderbouwde maatregel waar iedereen voor zal betalen, schrijft Warre Thevelin. Behalve de studiebegeleiders. De herexamens staan weer voor de deur van het hoger onderwijs. Voor sommige studenten is deze periode ingrijpender dan voor anderen. Het is deze zomer namelijk de laatste kans voor de eerstegeneratiestudenten die te maken krijgt met de ‘harde knip’: de recent ingevoerde maatregel waarbij je niet meer naar het derde jaar kan als je nog een eerstejaarsvak moet meenemen. Het doel van de regel, ingevoerd door de vorige minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA), was om de studieduur te verkorten. Al bij de aankondiging van de ‘harde knip’ viel op dat er geen cijfers waren die het nut onderbouwden. Niemand wist namelijk hoeveel studenten er precies door ‘gemotiveerd’ zouden worden. Daaraan verbonden was het ook koffiedik kijken in welke mate de regel zou leiden tot de verhoopte studieduurverkorting, en de bijbehorende besparing. Ondertussen is deze verkorting nergens te bespeuren, terwijl de maatregel wel perverse gevolgen heeft. Bijlesindustrie Allereerst werkt de maatregel averechts: een student die na twee jaar vanwege één vak van studierichting moet veranderen, ziet diens totale studieduur juist met twee jaar verlengd. Dat heeft een grote impact op het zelfvertrouwen, en dat is nu eenmaal essentieel voor goede schoolprestaties. Zelfs voor studenten die er in hun tweede jaar alsnog in slagen de overgebleven eerstejaarsvakken te halen, is een verlenging veeleer regel dan uitzondering. Vaak kiezen zij ervoor om minder studiepunten of herexamens op te nemen, zodat ze voldoende ruimte hebben om die eerstejaarsvakken tijdig af te ronden. Het resultaat? Een vrijwel onvermijdelijke vertraging van minstens één jaar – met hopelijk alsnog een diploma binnen dezelfde richting. Er speelt nog een onderwijsprobleem dat samenhangt met deze maatregel: bijlessen. De vraag naar bijles blijft toenemen, zowel in het middelbaar als in het hoger onderwijs. Deze krant maakte al duidelijk dat die tendens alleen maar zal toenemen door het lerarentekort in het middelbaar en de harde knip in het hoger onderwijs. De bijlesindustrie is evident een doekje voor het bloeden dat maakt dat goede leraren minder tijd en energie in het reguliere onderwijs steken en dat bemiddelde leerlingen beter begeleid worden. Specifiek voor het hoger onderwijs zou er extra geld komen om de interne studie- en trajectbegeleiding te versterken. Al bij de aankondiging van die middelen rees de vraag in hoeverre dat plan realistisch was. De forse besparingen aan verschillende universiteiten, in de context van structurele onderfinanciering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, doen vermoeden dat daar weinig van terecht is gekomen. Steeds grotere groepen studenten onderwijzen en faciliteren met steeds minder middelen, is vragen om kwaliteitsverlies. Dat die onderfinanciering onder recente N-VA-ministers van Onderwijs niet wordt aangepakt, hoeft niet te verbazen. Zo bestempelde partijboegbeeld Bart De Wever universiteiten in zijn schijngevecht met ‘woke’ niet voor niets als een groot gevaar, aangezien “de vis rot is aan de kop”. Welvarend Vlaanderen Te midden van dit ideologische kluwen blijf ik achter met een pijnlijke vaststelling: wie wordt nu eigenlijk geraakt door deze maatregel? Moet je na twee jaar afhaken, dan duurt je studie langer. Spreid je je vakken, dan verlies je al snel een jaar. Wil je koste wat het kost slagen, dan neem je bijles. De rode draad is: het vraagt geld, veel geld. Zowel voor de (financiële weldoeners van de) studenten als voor de overheid. Beter gezegd: wie wordt het minst geraakt? Wel, ja: welvarend Vlaanderen. Hoe vaak ‘gelijke uitkomsten’ ook verdacht worden gemaakt, telkens weer blijkt dat ‘gelijke kansen’ in een ongelijke wereld hun naam niet zullen waarmaken. Zo blijven we achter met een niet-onderbouwde maatregel die maatschappelijke ongelijkheden op scherp zet. En dan heb ik het nog niet gehad over de impact op het mentaal welzijn van studenten die een jaar lang hun harde en voornamelijk succesvolle werk in rook (kunnen) zien opgaan. Laten we daarom ideologisch getinte symboolpolitiek inruilen voor menselijke politiek die zich ent op de realiteit. Tijd voor een herkansing? Warre Thevelin, moraalfilosoof en afstuderend student in de Educatieve Master in de Cultuurwetenschappen (UGent) Blog DS, 19-08-2025 |