actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Focus op... > Ons Pensioen
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Posts van vandaag Vragen insturen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Stem op Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 3rd May 2008, 16:38
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
Demografische pyramide zet ons pensioenstelsel zwaar onder druk

In een mensenleven zijn er maar twee echte zekerheden: we moeten elk jaar belastingen betalen en we worden elke dag een dagje ouder. Beide factoren doorkruisen elkaar in een dossier dat over pensioensparen gaat. Die ontmoeting is zeker niet toevallig, zoals we later zullen zien. Reflecties over onze pensioenleeftijd en alles wat daarmee samenhangt, duwen we in de eerste helft van ons leven liever naar de achtergrond. De reden ligt voor de hand, namelijk de associatie met ouder worden. Naarmate de jaren verstrijken, rijzen er echter steeds meer vragen in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De belangrijkste vraag is ongetwijfeld die naar de levensstandaard in de après-pensioenperiode.

De meeste Belgen hebben een eerder romantisch beeld van het leven van een gepensioneerde. Dat beeld ziet er meestal als volgt uit: man en vrouw, al een dagje ouder maar nog niet té oud, liggen ergens aan een zonnig zuiders strand en schrijven enthousiaste kaartjes naar de (klein)kinderen. Uiteraard hoort daar een aperitiefje bij, want straks wacht een lekkere lunch in een gezellig restaurant. De buitenlandse vakantie zit er inmiddels bijna op, binnenkort vertrekt het echtpaar weer naar België. Geen erg, want het verblijf in het thuisland zal van korte duur zijn. De cruise voor deze herfst is immers al geboekt. In België zelf is van verveling geen sprake. Daguitstappen naar kust, Ardennen of de buurlanden worden afgewisseld met culturele en/of gastronomische weekendjes. Kortom, een droomleven.

Tussen droom en realiteit

Helaas wordt die droom vroeg of laat ooit doorprikt. We moeten inderdaad de (harde) waarheid onder ogen durven zien en nog een stapje verder gaan in de tijd. Man en/of vrouw hebben een heerlijke oude dag beleefd, maar lijden inmiddels toch aan een paar kwaaltjes die onlosmakelijk verbonden zijn met ouder worden. Vader is niet meer zo goed ter been, moeder ziet en hoort slecht. De kinderen snellen ter hulp, maar hun ingrijpen volstaat op een bepaald moment niet meer. Na rijp beraad valt de definitieve beslissing genomen: een seniorie, home of verzorgingstehuis moet soelaas brengen. Een drama is zo’n verhuis uiteraard niet, ook tussen leeftijdsgenoten kan je een gezellige oude dag beleven.

Aan bovengeschetste twee fases van het ouder worden is één grote ‘maar’ verbonden. Zo’n onbezorgde oude dag kan ja alleen genieten wanneer de financiële draagkracht voldoende groot is. Gepensioneerden die maximaal willen genieten van de herfst van hun leven moeten over voldoende middelen kunnen beschikken. Daar wringt dikwijls het schoentje, want niet iedereen heeft voldoende bewust naar zijn oude dag toegeleefd.

Jean de la Fontaine

Hier duikt de aloude fabel van de krekel en de mier op, door de 17de eeuwse Franse schrijver Jean de la Fontaine op papier gezet (‘La cigale et la fourmi’). De inhoud van deze fabel past perfect in het plaatje van het pensioensparen-verhaal. De krekel is eerder van het type ‘God-schept-de-dag-en-ik-vlieg-er-door’. Hij staat er nauwelijks bij stil dat na de zomer van het volwassen leven de herfst van de oude dag voor de deur staat. Potvertieren was zijn grote specialiteit, het geld was bij wijze van spreken al de deur uit voordat het was verdiend. Met de herfst/oude dag voor de deur komt de krekel tot de conclusie dat hij eigenlijk toch iets te royaal met zijn geld is omgesprongen. Akkoord, het pensioen zorgt voor een gegarandeerd basisinkomen. Het leven is echter duur geworden en in de praktijk blijkt het pensioengeld ontoereikend om echt voluit te blijven genieten. De eens zo vrolijke krekel wordt een kniezer. Hij is het immers nooit gewend geweest om elke euro tweemaal om te keren alvorens hem uit te geven. De mier is een heel ander type. Dit ijverige diertje heeft zijn zomer/leven lang hard gewerkt en een aardige spaarpot opgebouwd. Van de herfst/oude dag heeft de mier weinig te vrezen. Hij hoeft de eindjes niet aan elkaar te knopen, de beschikbare middelen volstaan om te doen wat en wanneer de mier zelf wil.

De moraal van het verhaal is duidelijk. Pensioen en goed inkomen zijn geen synoniemen van elkaar. Als uitgangspunt wordt dikwijls aangenomen dat driekwart van het laatste beroepsinkomen noodzakelijk is om een fatsoenlijk inkomen te genieten als gepensioneerde. Die driekwart zijn echter geenszins gegarandeerd, je moet er wel degelijk iets voor doen. Voor de meeste mensen, er zijn natuurlijk altijd de (gelukkige) uitzonderingen die de regel bevestigen, volstaat het pensioen niet om een voldoende hoog inkomen te raken en zo te mogen uitkijken naar een zorgeloze oude dag.

Niet panikeren, er is nog geen man overboord. Grijpen we terug naar het verhaal van de krekel en de mier. Mensen met eigenschappen van de mier krijgen wel degelijk voldoende kansen om een volwaardig pensioen uit te bouwen. Straks kijken we naar de vier pijlers waarop een pensioen kan opgebouwd worden, met bijzondere aandacht voor de pijler van het pensioensparen. Maar eerst laten we de regering nog een waarschuwende vinger opsteken.

Daar is het generatiepact weer

Generatiepact, langer werken, ontoereikende pensioenen… De overheid heeft de voorbije jaren een doorgedreven sensibiliseringscampagne naar de bevolking toe gevoerd. De eigenlijke boodschap, die misschien niet altijd even hardop wordt uitgesproken, klinkt ongeveer als volgt: mensen, denk eens aan later want uw wettelijk pensioen gaat niet volstaan om onbezorgd te kunnen leven. De mieren onder ons hebben de boodschap al lang begrepen en doen hun uiterste best om de oude dag veilig te stellen. Een vervelende eigenschap van het krekel-type is dat hij (of zij) soms hardhorig is. De boodschap moet er daarom op vrij hardhandige wijze ingehamerd worden. We zeggen het dus nogmaals luid en duidelijk: MENSEN, DENK AAN UW OUDE DAG. UW WETTELIJK PENSIOEN ZAL WAARSCHIJNLIJK NIET VOLSTAAN OM EEN ONBEZORGDE OUDE DAG TE BELEVEN.

Delta Lloyd Life voerde in 2005 een nationale enquête uit over deze pensioenproblematiek. Een andere bron is de Zwitserse verzekeraar Swiss Life. Die stak enkele maanden geleden een waarschuwende vinger op, gericht naar de Belgische overheid. Volgens de analisten van Swiss Life is ons pensioenstelsel niet langer meer houdbaar en zijn ingrepen van overheidswege dus noodzakelijk. Om het systeem te handhaven, zou tegen 2050 elke Belg tot zijn 75ste moeten blijven werken. Het is erg onwaarschijnlijk dat een metser van 75 nog elke dag zijn stelling opkruipt. Swiss Life ziet maar één andere oplossing: de doorsnee Belg zal zelf meer voor zijn eigen pensioen moeten instaan. Overigens geldt deze dreiging niet alleen voor ons land, het West-Europees welvaartsmodel wordt in zijn geheel bedreigd.

De hele discussie rond het Generatiepact heeft in dat verband veel ogen geopend. Het besef groeit dat onze demografische pyramide aan het kantelen is. Wat wil dat concreet zeggen? De gemiddelde leeftijd komt steeds hoger te liggen, met steeds minder actieven en steeds meer gepensioneerden. Het zijn de mensen zoals u en ik die dagelijks gaan werken die de pensioenen van onze ouders en/of grootouders helpen financieren. Dat wordt echter moeilijker en moeilijker wanneer het aantal ouden van dagen proportioneel toeneemt, terwijl tegelijkertijd het aantal werkenden slinkt. We hoeven er waarschijnlijk geen tekening bij te maken: zonder ingrijpende maatregelen komt er een dag dat de inbreng van de actieve bevolking niet meer volstaat om de niet-werkende bevolking een welvaartsvast pensioen te garanderen.

Niet aan doemdenken doen

Doemdenkers hebben (bijna) altijd ongelijk, dus aan zwartkijken willen we ons hier niet bezondigen. De kans dat ons stelsel volledig instort, is relatief klein. Het bewustzijn groeit namelijk dat er hoogdringend iets moet veranderen. Laat ons de pensioenproblematiek dus vanuit een positieve kant benaderen, ervan uitgaande dat we op onze oude dag nog wel degelijk een wettelijk pensioen gaan ontvangen. De generatie na ons (én die daarna) staat immers te popelen om op haar beurt aan de slag te gaan en zij zal in de mate van het mogelijke voor onze pensioenen instaan. Anderzijds heeft het geen zin om met het hoofd in de wolken te gaan lopen. Er zal inderdaad een wettelijk pensioen zijn, maar dat zal louter en alleen volstaan om aan onze basisbehoeften te voldoen. We zullen dus geld hebben voor eten, drinken en een (verwarmd) dak boven het hoofd, maar dat is het dan ook. De meeste mensen hebben zich echter een totaal ander beeld van hun pensioen gevormd. Waar zijn die zonovergoten stranden gebleven, om nog maar te zwijgen over die droomwagen en/of dat appartementje aan zee? Jammer maar helaas, ons basispensioen gaat niet volstaan om de oude dag van onze dromen te slijten.

Akkoord, de boodschap is begrepen. Ingrijpen is noodzakelijk, daar is iedereen het over eens. Rijst onmiddellijk de vraag wat we kunnen doen om ons pensioen welvaartsbestendig te maken/houden. Eén van de meest voor de hand liggende antwoorden op deze vraag is aan pensioensparen te doen. Dat is ook de mening van de regering, die kosten noch moeite spaart om de bevolking te overtuigen van het belang van deze extra bron van pensioeninkomsten. Het bewijs daarvan is dat het fiscaal voordeel de afgelopen jaren flink werd opgetrokken. De hele discussie rond het generatiepact is daar niet vreemd aan. Het maximum fiscaal aftrekbare bedrag bedraagt dit jaar 800 euro per (belastingplichtige) persoon, waar dat in 2005 nog maar 780 euro was. Hoe interessant is pensioensparen? Héél interessant en we gaan u hieronder uitleggen waarom. Maar eerst staan we even stil bij de vier pijlers waarop uw pensioen kan opgebouwd worden.

De Standaard
Met citaat antwoorden
  #2  
Oud 3rd May 2008, 16:42
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
De kostprijs van ons pensioen

Het mag een verrassing heten, maar tijdens dit decennium daalt de budgettaire kost van de vergrijzing. De kosten voor gezondheidszorg wingen weliswaar de pan uit, maar die extra kosten worden gecompenseerd door een daling van de pensioenuitgaven, de werkloosheidsuitkeringen en kinderbijslag. Na 2010 is het echter uit met dat feestje. De kosten van de vergrijzing nemen dan snel toe, omdat vanaf 2010 ook de pensioenlasten fors toenemen (zie grafiek: Vanaf 2010 gaat de babyboomgeneratie op pensioen).

Vorig jaar spendeerden de Belgische overheden ongeveer 24 miljard euro aan pensioenen. Dat is 9,2 % van het bruto binnenlands product (BBP). De ambtenarenpensioenen zijn goed voor een derde van deze uitgaven. Tot 2008 zou de kostprijs van de pensioenen dalen tot 8,8 % van het BBP, om dan stabiel te blijven tot 2010. Dat komt omdat de oorlogsgeneratie in die periode met pensioen gaat en die generatie is kleiner van omvang. Voorts wordt de intrede van de vrouw in het rustpensioen verschoven tot 64 jaar in 2008.

Vanaf 2010 stijgt de pensioenlast echter onherroepelijk. Volgens de recentste berekeningen van de Kamercommissie voor de vergrijzing bedraagt deze last tegen 2030 12 % van het BBP. Dat is dus een toename met 2,8 % in vergelijking met 2003. Ter vergelijking: de gezondheidszorgen stijgen in dezelfde periode maar met 2,4 % van het BBP.

In dit scenario krijgen de pensioenen een jaarlijkse welvaartsaanpassing van 0,5 % (bovenop inflatie). Dat ligt min of meer in lijn met wat eerder dit jaar op de ministerraad in Oostende is beslist over de welvaartsvastheid van de pensioenen. Zonder deze welvaartsaanpassing zou de pensioenkost trouwens maar tot 11,6 % van het BBP stijgen in 2030. De Kamercommissie acht het ontbreken van een welvaartsaanpassing echter weinig waarschijnlijk in een verouderende samenleving met een stijgende levensverwachting. De bejaarden krijgen namelijk een steeds groter electoraal gewicht.


Trends.be
Met citaat antwoorden
  #3  
Oud 3rd May 2008, 16:53
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
RUIM 4 op 5 BELGEN REKENEN OP WETTELIJK PENSIOEN VOOR EEN AANVAARDBARE LEVENSKWALITEI

3 op 4 landgenoten maken zich zorgen over financiering pensioenen
De toekomstige betaalbaarheid van de pensioenen maakt meer dan ooit het voorwerp van discussie uit. Terecht, want de voortdurend talrijkere vergrijzende bevolking maakt van het in stand houden van de pensioenvoorzieningen één van de grote uitdagingen in de 21e eeuw. Maatschappelijke fenomenen als geografische mobiliteit en wijzigende familiale situaties (zoals eenoudergezinnen) zwengelen het belang van dit onderwerp nog verder aan.


De pensioenproblematiek houdt de Belgen niet alleen massaal bezig, maar maakt hen ook duidelijk ongerust. Dat blijkt uit de nationale pensioenenquête die Delta Lloyd in samenwerking met Roularta en met XGM organiseerde en waaraan ruim 12.500 Belgen deelnamen. Positieve noot in dit verhaal: de jonge Belg blijft niet bij de pakken neerzitten en beseft dat hij/zij zelf zijn/haar financiële zekerheid moet voorbereiden.

Verouderende bevolking

Volgens de vooruitzichten van het NIS (Nationaal Instituut voor Statistiek) zal het aantal zestigplussers in ons land tegen eind 2020 oplopen tot bijna 3 miljoen. Dat is 30% meer dan eind 2000. Terzelfder tijd zal de actieve beroepsbevolking (20- à 59-jarigen) dalen met 1,7%, tot 5,5 miljoen Belgen. De vooruitzichten voor eind 2050 zijn nog meer uitgesproken: + 49% zestigplussers en -8% 20- à 59-jarigen. Met andere woorden: de dan actieve beroepsbevolking zal volgens het huidige systeem een enorm zware last torsen om op dat moment de pensioenen van de grote groep ouderen te kunnen betalen. Het spreekt dan ook voor zich dat ons pensioenstelsel zwaar onder druk zal komen te staan.

Om de mening van de burger over deze heikele kwestie te kennen, zette Delta Lloyd in samenwerking met Roularta een enquête op het getouw die zowel in de krant De Zondag als in Plus Magazine en op het internet kon
worden ingevuld. De massale respons, uit alle lagen en ouderdomscategorieën van de bevolking, geeft duidelijk aan dat de pensioenproblematiek vele mensen zorgen baart. Zo blijken tal van respondenten zeer ongerust te zijn over essentiële aspecten van het pensioen, en ze geven ook aan dat ze zich op zijn minst onvoldoende ingelicht voelen.

De gezondheid van ons pensioen: iets om van wakker te liggen

De meerderheid van de Belgen maakt zich zorgen om hun pensioen, in het bijzonder over de financiële toestand waarin zij op hun oude dag zullen verkeren. De gezondheid komt pas op de tweede plaats. De Belg ligt met andere woorden eerder wakker over zijn financiële toestand dan over zijn fysieke toestand. De bezorgdheid over bv. veiligheid is in vergelijking hiermee minimaal.
Hoe financieel zwakker of onstabieler men is, hoe meer zorgen men zich maakt. Vooral arbeiders, zelfstandigen, lager geschoolden en huurders spreken zich in die zin uit. Opmerkelijk genoeg denken toch weinigen dat hun levenskwaliteit tijdens het pensioen zal verminderen.
Over wanneer men zich moet beginnen voor te bereiden op het pensioen, zijn de meningen verdeeld: sommigen zijn van oordeel dat men hiermee moet starten van zodra men begint te werken, anderen denken dat er vanaf 50 jaar nog voldoende tijd rest.

Vanaf mijn pensioen ga ik… leven!

Het pensioen wordt gezien als een “leven zonder tijdsdruk”. De meerderheid kijkt ernaar uit om te kunnen “doen wat hij graag doet”, zonder verplichtingen. Wat dat precies inhoudt, varieert sterk: van tijd hebben voor zichzelf en anderen, tot reizen en tal van andere activiteiten.
Bijna een kwart van de respondenten wil nog actief zijn in de maatschappij.
Het wettelijk pensioen
Het wettelijk pensioen wordt erg belangrijk geacht om na de pensionering een aanvaardbare levenskwaliteit te behouden. En daarover zijn de Belgen het eens: het is nu tijd om iets aan het pensioenstelsel te veranderen, met het oog op het garanderen van deze levenskwaliteit.
De hitparade van de structurele maatregelen die genomen moeten worden, ziet er als volgt uit:
1. Een grotere actieve bevolking (41% voorstanders)
2. Een flexibele pensioenleeftijd (38% voorstanders)
3 .Betere verdeling van de pensioenuitkeringen (38%
voorstanders)
4. Pensioen- en groepsverzekeringen stimuleren (resp. 28% en
30% voorstanders)
5. Meer overheidsinitiatieven (33% voorstanders)

De “grotere actieve bevolking” moet vooral begrepen worden als het aan werk helpen van werklozen. Het optrekken van de pensioenleeftijd wordt immers vrij unaniem afgewezen (slechts 11% voorstanders). De “betere verdeling van de pensioenuitkeringen” is dan weer iets wat ambtenaren minder zien zitten (slechts 19% voorstanders).

Pensioen… naar werken!

Twee criteria worden als rechtvaardig beschouwd voor het bepalen van de wettelijke pensioenen: het aantal gewerkte jaren en de effectief gestorte bijdragen. De meerderheid vindt ook dat een gepensioneerde onbeperkt mag bijverdienen.
Bijna de helft van de respondenten heeft een aanvullend pensioenplan vanuit het bedrijfsleven. Weinigen zijn er echter tevreden mee, vooral door een gebrekkige informatie en dienstverlening. Toch vindt de meerderheid dat het aanvullend pensioenplan verplicht zou moeten zijn en dat dit niet geplafonneerd zou mogen worden.
De Belgen blijken daarnaast uit eigen beweging actief te sparen.Het pensioensparen blijft in dat verband veruit het meest populair. Over de verschillende spaarvormen en -mogelijkheden blijkt, net zoals men aangeeft voor de essentiële aspecten van het pensioen, echter een tekort aan informatie te zijn.

De 6 kernconclusies van de enquête op een rij

Ten eerste:
Het grootste deel van de deelnemers aan de enquête kijkt uit naar een rustige oude dag die ze naar eigen goeddunken en zonder tijdsdruk kunnen invullen. Tegelijk stellen zij dat ze zich zorgen maken. In de eerste plaats over hun financiële situatie na hun pensionering - vooral de minder begoeden spreken zich om evidente reden in die zin uit - en in iets mindere mate over hun gezondheid.

Ten tweede:
Ondanks de ongerustheid over de latere financiële situatie, is liefst 80% van de respondenten van mening dat hun levenskwaliteit niet zal verminderen of zelfs zal verbeteren na hun pensionering. Hieruit alleen al blijkt het ontegensprekelijke belang van een gegarandeerd wettelijk pensioen. Het vangt de primaire nood aan financiële zekerheid op en is verder een basisvereiste voor het invullen van de andere uitgesproken behoeften: gezondheid, onafhankelijkheid van derden, voldoende uitdagingen om verveling tegen te gaan, ... Als meest rechtvaardige criteria voor het bepalen van het wettelijk pensioen worden het aantal gewerkte jaren en de gestorte bijdragen naar voren geschoven.

Ten derde:
Haast evenveel respondenten (77%) zijn van oordeel dat er een probleem bestaat in de financiering van het wettelijk pensioen, en dat de overheid dringend maatregelen moet treffen. Zoals het vergroten van de actieve bevolking - door werklozen aan een job te helpen, want het optrekken van de pensioenleeftijd geniet weinig bijval - en het invoeren van een flexibele pensioenleeftijd. Ook een eerlijkere verdeling van de pensioenen en het laten bijklussen door gepensioneerden zijn populair als maatregel.

Ten vierde:
Het gevoel dat de financiering van het wettelijk pensioen problematisch is, verklaart mee waarom 9 op de 10 respondenten beseffen dat ze hun financiële zekerheid voor later ook zelf moeten voorbereiden. Volgens een derde van de respondenten kan de overheid hierin een rol spelen door aanvullende pensioenverzekeringen en groepsverzekeringen te stimuleren.

Ten vijfde:
De groepsverzekering blijkt echter geen gemeengoed te zijn: slechts 4 op de 10 respondenten verklaren erover te beschikken. Driekwart van hen geeft aan tevreden te zijn over het verzekerde kapitaal en de keuze inzake waarborgen. De kwaliteit en de toegankelijkheid van de informatie blijken, net als de flexibiliteit van de contracten, nog voor verbetering vatbaar. Of daarom de meerderheid van de respondenten aangeeft een salarisverhoging te verkiezen boven een fiscaal aantrekkelijke pensioenverhoging, is moeilijk hard te maken. Niet minder dan 70% van de deelnemers aan de enquête is immers van mening dat de aanvullende pensioenverzekering via de werkgever verplicht zou moeten worden. Liefst zonder maximumlimiet, geeft een kleine meerderheid daarbij aan.

Ten zesde:
Inzake inspanningen op persoonlijk vlak, stelt slechts 10% van de respondenten dat zij geen enkel initiatief namen. Wie er wel reeds werk van maakte, vermeldt naast het pensioensparen als absolute topper, onder andere de groepsverzekering, het gewone sparen, de levensverzekering en - de Belg is niet voor niets geboren met een baksteen in de maag - de eigen woning als investering. Ruim twee derde van de deelnemers aan de enquête is daarbij voor een verhoging van de fiscale voordelen voor wie op eigen initiatief aanvullende pensioenmaatregelen treft. Ook vraagt bijna de helft van de respondenten meer én verstaanbare informatie om op eenvoudige wijze de meest aangewezen aanvullende pensioenmaatregelen uit te zoeken.


http://www.deltalloydlife.be/Images/..._tcm5-6824.pdf
Met citaat antwoorden
  #4  
Oud 3rd May 2008, 17:10
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
Utopia: de drie wijzen van het magazijn

Gaston, Frans en Dees zaten in de koffiekamer, in de rokerhoek, die elk jaar kleiner werd en elk jaar door steeds minder mensen bevolkt werd. De drie vrienden werkten bij elkaar opgeteld al ongeveer zestig jaar voor de firma en hadden nooit anders geweten dan dat ze ’s middags rookten bij hun eten, en ze deden het ook vandaag. Over hun steeds kleiner wordende eiland werd door de drie mannen veel gekankerd, vooral door Gaston, die er een complot in zag van het nieuwe management om hem op die manier buiten te pesten. Gaston was enorm dik en praatte ook enorm luid. Hij was al verschillende keren benaderd geweest door de vakbonden, maar hij was noch sos, noch tsjeef. Als hij al iets aanhing, dan was het zijn eigen goesting. Hij was ervan overtuigd dat zijn ontslag nakend was, maar aangezien hij dat elke dag al zeven jaar aan een stuk zei, was er niemand die daar nog einig geloof aan hechtte.
Zoals gewoonlijk zat Frans, die door iedereen en ook door zichzelf Franske genoemd werd, de krant te lezen. Gaston keek somber uit het venster, zijn dikke onderlip misnoegd onder zijn sigaret hangend, terwijl Dees een glas water dronk. Dees was onder invloed van zijn vrouw een paar jaar terug macrobioticus geworden en at geen vlees meer en dronk geen frisdrank meer – zeer tegen de zin van Gaston. Maar hij rookte nog, en dat was nog goed. “Wat Verhofstadt zegt, is een utopie,” las Franske voor uit de krant. Hij sloeg ze naar beneden.
“Gaston, wat is dat, een utopie?” vroeg hij aan Gaston, die van hen drieën mocht gelden als intellectueel.
“Een utopie,” sneerde Gaston, “Da’s iets dat niet bestaat, Franske. Dat is iets wat alle politiekers en pastoors beloven, maar waar dat ge nooit komt.”
“Dat wist ik niet,” zei Dees, “ik heb nog nooit van dat woord gehoord.”
“Ik ook niet,” zei Franske, zijn wenkbrauwen optrekkend. Hij wilde terug verderlezen in zijn krant, maar sloeg ze weer naar beneden.
“Maar Gaston, pastoors en politiekers hebben het toch over iets totaal anders?”
“Dat denkt gij,” zei Gaston, zijn sigaret uitdrukkend in de asbak, “maar infeite zeggen ze hetzelfde hé. Verhofstadt zegt dat hij tweehonderd duizend nieuwe jobs gaat maken, en de paus zegt dat als ge veel naar de kerk gaat, dat ge in de hemel terecht komt. Dat zijn allebei beloftes die ze niet kunnen waarmaken.”
“Allez Gaston,” zei Dees, “Dat weet ge nu toch nog niet?”
“Optimist hé, gij,” sneerde Gaston.
“Ons Jeanne zegt dat ook altijd,” zei Dees, “maar meestal heb ik toch gelijk. Ge moet toch ook in iets kunnen geloven? Gij kijkt toch ook uit naar uw pensioen?”
“Ah ja Gaston, is dat uw utopie dan niet?” vroeg Franske.
“Mijn pensioen is vastgelegd in een contract, onnozelaars. Verhofstadt en de paus kunnen zeggen wat ze willen, die mannen kunnen alleen maar gepakt worden op hun woorden, maar ze weten het ook zo goed uit te leggen dat het precies lijkt alsof ze iets totaal anders gezegd hadden. Ons pensioen is iets dat vast staat.”
“Ja, ja,” mompelde Franske, zich neerleggend bij Gastons retoriek. Maar Dees gaf het nog zo snel niet op.
“En toch zeg ik dat het hetzelfde is. Uw pensioen gaat misschien ook niet zijn wat ge uzelf beloofd hebt. Ik heb het hier niet over geld, maar wat ge gaat doen met uwen tijd. Hebt ge daar al eens aan gedacht?”
“Dees jongen, alle dagen. Sinds dat ik weet dat ze mij hier volgende week gaan buitensmijten, peis ik daar alle dagen aan,” zei Gaston met een rommelende basstem, “Ik ga mij bezig houden met mijnen hof.”
“Met uwen hof? Ik wist niet dat gij nen hof had?” zei Franske verbaasd.
“Nog niet,” zei Gaston, “Maria en ik gaan ons huis verkopen en verhuizen naar de buiten.”
“Kijk, dat is volgens mij uw utopie,” beweerde Dees, “Uiteindelijk gaat me misschien teleurgesteld zijn, als niet is wat dat ge ervan verwacht had.”
“Ik dacht dat gij een optimist waart?” zei Gaston neerbuigend. Hij stak een volgende sigaret aan.
“Daar gaat het hier niet over hé Gaston. Ik wil alleen maar zeggen dat iedereen onrealistische verwachten heeft en dingen zegt die er nooit van gaan komen. De paus en Verhofstadt zeker, maar gij ook.”
“Zeg gasten, ik probeer hier wel mijn gazet nog te lezen hé,” foeterde Franske.
“Gij leest toch alleen maar de strips,” zei Dees.
“En de voetbal,” verweerde Franske zich, “of wilt ge misschien zeggen dat ik te stom ben of wat?”
“Kalm, Franske,” maande Gaston hem aan, “Dees, laat hem eens in zijn gazet lezen.”
“Ik wilde alleen maar weten wat een utopie was, en plots zijn we hier bezig over Gaston zijnen hof die hij nog niet heeft. Ja hallo,” zei Franske nog. “Ha ja, kijk, een utopie, dat is iets wat ge nog niet hebt,” zei Dees logisch. Hij dronk zijn beker water leeg en stopte zijn pakje sigaretten in zijn borstzak.
Het was enige tijd stil. Franske concentreerde zich druk op de sportkatern. Dees vulde zijn beker water bij. Geen van de drie mannen keek naar de klok, maar elk van hen wist dat ze nog ongeveer twee minuten hadden. Routinés als ze waren, wisten ze hoeveel ze exact konden te laat komen in het magazijn zonder een uitbrander te krijgen.
“Een utopie,” zei Gaston toen onaangekondigd, terwijl hij weer door de walm van zijn sigaretten door het venster naar de doorregende parking keek, “is ook iets wat ge enorm graag wilt, denk ik.”
Dees en Franske keken op, omdat Gaston plots zo stil sprak.
“Een plek of een toestand waar dat ge al heel uw leven van droomt, maar als het er is, is het allemaal zo geestig niet meer. Het is moeilijk om content te zijn met wat dat ge hebt,” ging hij verder, “infeite moeten we soms blij zijn dat we ons plaatske hier nog hebben bij ’t venster, en dat ik nog niet buiten lig.”
Franske knikte al, en Dees keek plechtig naar Gaston, die zich nu weer van het raam afwendde en zijn vrienden indringend aankeek.
“Maar toch: een land waar elk wijf drie tetten heeft en er altijd vijfentwintig uitzien, godverdomme, daar mogen we toch van dromen,” besloot hij, waarop de drie vrienden in een bulderlach uitbarstten, en terug aan het werk gingen.
Met citaat antwoorden
  #5  
Oud 3rd May 2008, 17:16
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
Betere pensioenen in tijden van vergrijzing: welvaartsaanpassing aangepast

Zaterdag 20 maart 2004 staat wellicht slechts bij weinigen geboekstaafd als een gedenkwaardige dag. Nochtans, als we de persberichten mogen geloven, werd toen beslist dat alle sociale uitkeringen definitief aan de welvaart zouden worden gebonden. "Uitkeringen vanaf 2007 welvaartsvast", blokletterde De Standaard de maandag nadien. De minister van Pensioenen was in zijn 1 mei-toespraak niet minder enthousiast. Hij had het over "een volgehouden beleid van welvaartsvastheid van de wettelijke pensioenen waarbij de oudste pensioenen stelselmatig worden aangepast".

We willen het feestje niet vergallen – er is wel degelijk een basis gelegd dat een beleid van welvaartsvastheid toelaat – maar toch lijkt men hier en daar te denken dat elke gepensioneerde, invalide en werkloze zich voortaan mag verwachten aan een regelmatige verhoging van zijn of haar uitkering, volledig in de lijn van wat de sociale organisaties eisen. Dat is niet het geval! In dit artikel zullen we nagaan wat het belang is van de welvaartsaanpassing
van de pensioenen, ook in tijden van vergrijzing, en welke aanpassing voorrang moet hebben in het toekomstige beleid.

WAAROVER GAAT HET?

De Belgische pensioenen volgen elke overschrijding van de spilindex. Als blijkt dat de prijzen met meer dan 2% gestegen zijn, gaan de pensioenen automatisch met 2% naar omhoog. Zo blijven ze koopkrachtvast: met het pensioenbedrag kan men altijd dezelfde korf goederen kopen. Dit is een eerste element dat de pensioenbedragen vasthaakt aan de economische ontwikkeling. Een tweede factor is de welvaartsvastheid: het gelijke tred
houden van de pensioenen met de stijging van de lonen. Mits volledige welvaartsvastheid van het pensioen kan een gepensioneerde zich ook méér of duurdere producten aanschaffen, net zoals de actieven dat kunnen dankzij loonstijgingen. Dit principe van welvaartsvastheid is – in tegenstelling tot de
indexering – niet wettelijk gewaarborgd. Een wettelijke garantie zou natuurlijk wel wat geld kosten. De koppeling op 1 januari 2003 van de rust- en overlevingspensioenen van zelfstandigen en werknemers aan de gemiddelde loonstijging van het jaar 2002 zou 205 miljoen euro gevergd hebben. In deze tijd, waarin de betaalbaarheid van de wettelijke pensioenen als gevolg van de vergrijzing in het brandpunt van het maatschappelijke debat staat, lijkt het allesbehalve vanzelfsprekend om de discussie over welvaartsvaste pensioenen aan te wakkeren. Toch zal de werkelijke uitdaging van de vergrijzing erin liggen om tegelijk méér én hogere (lees: welvaartsvaste) pensioenen toe te kennen. Het ‘dure’ prijskaartje zou zich anders wel eens via een andere weg kunnen manifesteren: via een veralgemeend wantrouwen in de sociale zekerheid en hogere armoedecijfers.

bron: http://www.okra.be
Met citaat antwoorden
Antwoord


Posting Regels

Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit

Forumsprong


Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 19:24.


Powered by: vBulletin Version 3.8.14 by DRC
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.