Van technisch naar hoger onderwijs is nu de regel


BRUSSEL - Twee op de drie van de jongeren die het technisch onderwijs afmaken, gaan door naar het hoger onderwijs. En ruim de helft van hen slaagt.


Vergeet het dat alleen het algemeen secundair onderwijs (ASO) leidt naar verder studeren, en het technisch onderwijs (TSO) niet.

Meer dan twee op de drie van de jongeren die het TSO afmaken, stromen door naar het hoger onderwijs, en hun slaagkansen liggen daar hoger dan 50 procent.

Dit betekent dat verder studeren ook voor de jongeren van het technisch onderwijs de regel is geworden, zo blijkt uit een studie van de VDAB die alle jongeren onder de loep legde die in 2004 en 2005 afstudeerden in het secundair onderwijs.

Een herwaardering van het technisch onderwijs blijft wellicht nodig, maar in feite hebben de jongeren zelf voor een herwaardering van hun onderwijs gezorgd door te kiezen voor hogere studies en daar ook nog behoorlijke slaagcijfers te behalen.

De cijfers: van de afgestudeerden van het technisch onderwijs begint 67 procent aan het hoger onderwijs: bijna 9 procent gaat meteen voor een (vierjarige) mastersopleiding. Bijna 59 procent kiest voor een opleiding tot professionele bachelor (3 jaar).

Voor de meisjes liggen de deelnamecijfers nog iets hoger dan voor de jongens. Van de meisjes slagen er ook wat meer.


Wat studeren ze?

Bij de professionele bachelors zijn handelswetenschappen en bedrijfskunde, de lerarenopleiding, industrie en technologie, maatschappelijk werk en gezondheidszorg (onder meer verpleegkunde) het meest in trek. De slaagpercentages liggen in bijna alle richtingen boven de helft.

TSO'ers die een mastersopleiding kiezen (4 jaar), halen zelfs hogere slaagcijfers. Bijna zes op de tien behalen het einddiploma.

In de richtingen industriële wetenschappen en technologie slaagt zelfs 86 procent. In handelswetenschappen en bedrijfskunde is dat minder: 50 procent. In (academische) opleidingen in de menswetenschappen zoals psychologie en sociale wetenschappen is dat maar 30 procent.

Als 67 procent van de TSO'ers voortstudeert, gaat de resterende 33 procent rechtstreeks naar de arbeidsmarkt, al dan niet via een zevende specialisatiejaar. De VDAB zegt dat zij ook uitstekende kansen hebben op de arbeidsmarkt.


DS, 24-10-2009 (Guy Tegenbos)

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB

Er zet zich dus een positieve tendens in tot het aanvatten vanuit hogere studies vanuit andere richtingen dan ASO .
Tot voor kort -en nu vaak nog té veel het geval- was het de socio-maatschappelijke positie van de ouders die bepaalde welke studierichting een kind koos en of het hogere studies aanvatte. De overheid heeft getracht dit "klasse-verschil" weg te werken. De genomen maatregelen ter stimulatie beginnen dus blijkbaar hun vruchten af te werpen. Het is dus zeker een positief nieuwsbericht om aan te tonen dat ook TSO en, mijn inziens zelfs BSO-ers, vertrouwen mogen hebben in zichzelf om hun talenten via onderwijs verder te ontwikkelen.
Wel stel ik me ook de volgende bedenking: Onze politiekers trachten van België een "kennismaatschappij" te maken. Het hogeververmelde bericht ligt volledig in deze lijn. Toch geeft deze richting die we uitgaan ook manifeste nadelen. Er is momenteel al een groot tekort aan bekwame arbeidskrachten. Denk maar bv aan de bouwsector. Ook worden deze binnen het school niet voldoende bekwaam opgeleerd (ook niet in BSO). Om een idee te geven: zo vernam ik onlangs dat er nergens in Vlaanderen een specifieke opleiding 'vloerder/tegelwerken' bestaat voor het middelbaar onderwijs. (enkel volwassenenonderwijs) Ook de zogenaamde leercontracten, waar men een beroep in de praktijk tracht te leren, bieden hier duidelijk niet voldoende aantrekkelijkheid noch opleiding en vormen dus geen oplossing. Door meer en meer de richting van kennismaatschappij uit te gaan, zal dit tekort zich harder en harder opdringen. Wanneer dit dus niet vanuit het Belgische schoolsysteem kan opgevangen worden, dan dringen zich dus meer en meer oplossingen vanuit het buitenland aan. De overheid is er zich vanbewust dat dit een probleem is. Men tracht momenteel reeds diverse stimulansen te geven, maar daarbij vergeet men al te vaak de adequaatheid van onze beroepsopleidingen onder de loep te nemen. Een meer gediversifieerd en gespecifieerd opleidingsaanbod kan het probleem op de arbeidsmarkt deels oplossen en de studenten mijn inziens meer motiveren. Een oproep dus aan onze Belgische en Vlaamse politiek om dit eens mee in de beschouwingen op te nemen.

Ik ben hier zeker mee akkoord.

Mensen die in TSO zitten hebben meestal niet meteen zin om de arbeidsmarkt in te trekken nadat ze hun middelbare school hebben afgesloten. Ze zoeken hun interesses op en weten nu dat er ook voor hen mogelijkheden zijn. Het is niet omdat de hogeschool zijn niveau lager is geworden maar omdat het niveau van TSO gestegen is. Ik ben er zeker van dat er veel ASO'ers in ASO zitten tegen hun zin. Sommigen willen liever een beroep gaan uitoefenen maar worden tegengehouden door de ouders.
Het is inderdaad de bedoeling dat arbeidsberoepen zoals vloerder, metser,... in een beter dachtlicht worden geplaatst, en dat is deels de verantwoordelijkheid van de politiek.

Jongeren die technisch hebben gedaan, weten wat het is om op de arbeidsmarkt terecht te komen. Ze hebben al gewerkt d.m.v stages of vakantiewerk. Hierbij weten ze dat het zwaar is en zijn daarom gemotiveerd om verder te studeren om later een betere job te krijgen. Ik vind het goed dat jongeren die technisch hebben gedaan, verder gaan studeren op de hoge school. Dit is positief voor de verdere toekomst. Als deze jongen kunnen bewijzen dat ze kunnen slagen op de hoge school is dit een extra stimulans om technisch te gaan volgen. Je hebt dan een diploma waarmee je mee kan gaan werken maar je hebt ook een goede basis om te gaan verder studeren.

Ik denk dat dit wel logisch is, dat je als TSO-student gaat verder studeren. Ik denk dat als je liever meteen gaat werken, je in een beroepsrichting wordt aangeraden. Daar leer je namelijk specifiek een vak. In vele technische richtingen leer je een heleboel algemene dingen. Maar ik vind het wel fijn dat er zoveel mensen slagen op de hogeschool, er zijn namelijk veel studenten die uit ASO komen die neerkijken op studenten die uit het technische komen.