Toets voor iedereen op einde basisschool

Alle leerlingen worden op het einde van de lagere school getoetst, zo wil de Vlaamse regering. Die toets is bedoeld voor de scholen zelf, niet voor de leerlingen. Maar de scholen zijn beducht voor ‘oneigenlijk gebruik’.

De Vlaamse regering wil dat alle leerlingen op het einde van de lagere school een algemene toets gaan afleggen. Dat moet de scholen in staat stellen na te gaan hoe het gesteld is met hun onderwijskwaliteit en waar ze een tandje moeten bijsteken.

De toets kwam er omdat vanuit het secundair onderwijs vraagtekens geplaatst worden bij de kennis van de leerlingen die uit het basisonderwijs komen.

De koepels hebben nu al hun eigen facultatieve toetsen. Het katholiek onderwijs heeft zijn interdiocesane toets, het onderwijs van steden en gemeenten gebruikt de OVSG-toets, die ook het GO! gebruikt. Bijna alle scholen doen er vrijwillig aan mee. Deze toetsen zouden de basis vormen voor een veralgemeende versie.

In onderwijskringen leeft de vrees dat deze test kan uitgroeien tot een soort centraal examen. En dat zou dan de deur openzetten naar een rangschikking van ‘goede’ en ‘slechte’ scholen en van het zogenaamde teaching to the test, het fenomeen dat scholen naar de test toewerken en andere dingen verwaarlozen. Pedagoog Roger Standaert waarschuwde daar zopas nog voor (DS 20 augustus).

‘Om rankings van scholen op te stellen is hij zeker niet bedoeld’, zegt Koen Daniëls, onderwijsspecialist van de N-VA. ‘Maar het zou vreemd zijn dat de resultaten niet meegenomen worden in bijvoorbeeld de oriëntering van de leerlingen naar het secundair, al mag dat zeker niet het enige zijn.’

‘Dat zou oneigenlijk gebruik zijn’, vindt Marc Van den Brande, hoofd basisonderwijs van de katholieke koepel. ‘Daar was onze toets nooit voor bedoeld.’

Het OVSG, de koepel van het onderwijs van steden en gemeenten, is blij dat zijn toets nu erkend wordt, maar algemeen directeur Patriek Delbaere is er ook ‘beducht voor dat dit als een examen gepercipieerd wordt dat beslist over je getuigschrift’.

Bron: De Standaard, dinsdag 27/08/2014 (gepost op woensdag 28/08/2014)

Mening
Ik ben wel voor- en tegenstander van de test.
Ik ben voorstander omdat ik in het middelbaar ben gaan observeren in een ervaringsgerichte school. Ik ben niet tegen het systeem van ervaringsgerichte scholen, maar behalen ze wel alle eindtermen? Of is hun kwaliteit van het onderwijs wel voldoende? In de school waar ik ben gaan observeren, gingen de leerkrachten wel heel los over de onderwerpen heen. Zo mochten de leerlingen zelf kiezen hoe ze bepaalde dingen wouden aangeleerd krijgen. De rapporten waren ook niet met het gekende puntensysteem, maar het was met kleurencodes om de leerlingen te motiveren zodat ze niet op punten gefocust waren. Ik vond het een hele goede school, maar of de leerlingen slagen voor deze test is voor mij een vraagteken.
ik ben ook wel tegenstander want ik denk dat wanneer deze test wordt ingevoerd dat vele scholen zich gaan focussen op het bereiken van voldoendes op de test en zo kan men niet weten of de school kwaliteitsvol onderwijs aanbiedt. Het kwaliteitsvol onderwijs wordt steeds berekent door resultaten van leerlingen, maar leerkrachten hebben ook een invloed op kwaliteitsvol onderwijs. Leerkrachten beïnvloeden het onderwijs door hun manier van lesgeven.