actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > Thomas More Kempen > Onderwijs > R.Z.L.
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 10th June 2006, 02:35
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post De mens en zijn egolibido

De mens en zijn egolibido


Filosoof Lieven De Cauter onderzoekt elke maand een oorsprong. Deze keer: de liefde.


'SHE loves me, she loves me not ...'' Toen ik op een lenteavond na een dondervlaag alleen op het terras zat te tobben, schoot mij de tekst van dit spelletje met het uitrekken van bloemblaadjes te binnen. Het viel mij op dat het Engels, naast het onelegante ,, doesn't '', over een negatievorm beschikt die perfect symmetrisch is met het Nederlands en het Duits: ,, She loves me not / zij bemint me niet / Sie liebt mich nicht'' . Door die oefening deed ik een tweede ontdekking: plots was het niet meer vanzelfsprekend dat ,,liefde'' in het Nederlands geen werkwoord is. ,, Love'' is een verzelfstandiging van het werkwoord ,, to love '', zoals ,, Die Liebe'' een substantivering is van het werkwoord ,, lieben'' . Nogal wiedes. Maar dan zou het ook evident moeten zijn dat liefde een verzelfstandiging is van het werkwoord ,,lieven''. ,,Zij lieft mij, zij lieft mij niet.'' Maar onze taal staat dit niet toe. Verlieven gaat nog, ge- of believen ook, maar lieven zonder meer niet. Alleen als voltooid deelwoord: hij was geliefd.

Dit leidde me onvermijdelijk naar een derde ontdekking, die misschien een verklaring zou kunnen zijn voor het ontbreken van het werkwoord ,,lieven'': in het Nederlands heeft liefde iets van een verleden tijd. ,,Ik ben geliefd'' lijkt te verwijzen naar (het onbestaande) ik liefde, jij liefde, hij/zij liefde, wij liefden, gij liefdet (jullie liefen), zij liefden. Omdat bij de overgang van het Hoogduits naar het soort ,,Nederduits'' dat het Nederlands toch is, de ,,b'' van ,, Liebe'' vertaald werd als de ,,fd'' (wegens de v van love ), voelde onze taalgemeenschap instinctief aan dat dit werkwoord wrong met ons taalgevoel. Liefde is een handeling die ,,actueel'' is. Liefde in de verleden tijd is geen liefde.

Toen ik zo bezig was met staren naar woorden tot ze vreemde tuigen werden, wou ik weten wat erachter stak. Van Dales Etymologisch Woordenboek erbij gehaald. Het bleek een hele keten, zoals altijd. Maar ,,lieven'' staat er niet in. Dus beginnen we met liefde: liefde of liefte in de betekenis van genoegen, genegenheid, is omstreeks het einde van de dertiende eeuw in onze contreien in bronnen gesignaleerd. Het Middelnederlands had levede, lefde , in het Oudfries: liafte . Het lijkt onvermijdelijk hier (in het Middelnederlands) een band te zien tussen liefde en leven. Maar het woordenboek ziet die niet. Moeten we dus even uitstellen. Het woordenboek verwijst ons verder naar ,,lief''. Lief betekent ,,bemind, aardig''. In het Oudnederlands lieua , een woord van omstreeks het jaar 1000. Het Middelnederlands gebruikt al ons woord ,,lief'', het Oudsaksisch lieof , Oudhoogduits liob ; Oudfries liaf ; Oudengels leof ; Oudnoors ljufr ; Gotisch liufse, galaufs . Dat is nu eens prachtig woord: galaufs , iets tussen galop en galant. Al deze woorden betekenen ,,begeerlijk, waardevol''. Buiten de Germaanse talen: Latijn libens van lubens , ,,gaarne, gewillig''. Het woordenboek verwijst naar ,,libido''. In het Oudindisch is het verwant met lubhyati : hij verlangt. Voilà, dat is de oorsprong van de liefde: het genoegen van de lust, de welwillende graagte van de begeerte, de neiging die tot genegenheid wordt. Het kleine raadsel, dat er geen was, is opgelost.

Maar het woordboek verwijst tot mijn verbazing door naar ,,loven'', ,,geloven''. Ik had het kunnen weten: de galante galop van galaufs was maar zinsbedrog. Maar bij ,,loven'' vang ik bot. Lovon, loben, lofian : geen terugverwijzing naar ,,liefde''. Ik kan wel zelf de associatie maken met het Engelse love , maar wordt doorverwezen naar ,,lof''.

Freud kan ons helpen de band tussen liefde en lof beter te begrijpen dan de summiere etymologie van ons woordenboek. Voor Freud zijn er twee soorten libido: enerzijds de egolibido, een lustinvestering in het eigen ik, het eigen lichaam en anderzijds de objectlibido, een investering van libido in een ander object of wezen, meestal een mens. De mens is allereerst vervuld van egolibido, de baby is geheel en al op zijn eigen welzijn gericht. Freud noemt dit in Zur Einführung des Narzissismus het primaire narcisme. Maar naarmate we opgroeien, ,,bezetten'' we allerlei mensen en dingen met libido, die we dan bij verlies of ontgoocheling moeten terugtrekken. Egolibido en objectlibido zijn communicerende vaten, omdat er natuurlijk bij Freud altijd een pompsysteem van de lust werkzaam is, en ook een soort van wet van homeostase, van behoud van evenwicht: libido is in een gegeven psychische huishouding één en constant. Dat betekent dat, als ik in een object investeer, ik om zo te zeggen aan egolibido verlies, dat ik vervolgens van dat object moet terug zien te krijgen. Dat lijkt een nogal saaie machinerie, maar Freud puurt pareltjes uit zijn pompsysteem. De oorsprong van de verliefdheid bijvoorbeeld is niet anders dan een narcistisch incident: ik projecteer al mijn egolibido op een object, zij/hij is mijn betere ik, mijn al. Dat verklaart de aanbidding in de liefde, maar ook de melancholie: ik investeer zoveel egolibido in de ander dat ik zelf een tekort heb, dus last heb van een laag zelfbeeld (zij is alles, ik ben niets), dat ik overgevoelig en twijfelziek, kortom heftig maar breekbaar ben. Freud verklaart in één beweging zowel de extase van de aanbidding als de tristesse, de liefdespijn. En ook het vallen van to fall in love . Plots herken ik het object dat al mijn egolibido aanzuigt, en dat is het vallen: een luchtzak in mijn egolibido die mij opheft in een aanbidding. Deze dubbele beweging is nooit beter verwoord dan door de tekst van een aria van Purcell uit The Fairy Queen (gebaseerd op Shakespeares Midzomernachtsdroom, maar van een onbekende librettist): ,, If love 's a sweet passion why does it torment, / if a bitter oh tell whence comes my content? / If I suffer with pleasure why should I complain, / or grieve at my faith if I know 't is in vain .''. Ook de melodie geeft op onovertroffen manier de hoogtes en laagtes, de golfslag van de verliefdheid weer.

Maar etymologisch zijn we er nog niet. Het is een straatje zonder eind. Want onder ,,lof'' stond ook nog: ,,verwant met lief, beloven''. Liefde heeft niet alleen iets te maken met love /lof (zoals Freud ons uitlegt: projectie van al mijn egolibido, al mijn zelfliefde, al mijn narcisme op een object), maar ook met belofte. Beloven wordt vanaf omstreeks 1200-1250 gebruikt in de betekenis van ,,een plechtige belofte of gelofte doen, prijzen, geloven''. Komt van ,,be + loven'' zegt het woordenboek: ,,prijzen, instemmen met, zich verbinden tot, tot borg zijn''. Dus, naast of na het genoegen komt de verbinding, de band. De ,,verloving''. Natuurlijk.

Voor ,,geloven'' zegt ons woordenboek: vertrouwen in, vertrouwen op (Oudsasksisch: gilobian , Oudengels: geliefan ), ,,oorspronkelijke betekenis 'zich iets lief maken', verwant met lief'' (en dan volgt weer een doorverwijzing naar ,,lof'' en ,,loven''). Dit betekent dat twee van de drie theologische deugden, geloof en liefde, altijd al, ook etymologisch, twee kanten van dezelfde medaille zijn geweest. Ze zijn etymologisch zo verwant dat ze ook theologisch gemakkelijk tot synthese te brengen zijn. Ik voelde als kind al dat hier gegoocheld werd. Zoveel is duidelijk: geloof is liefde, liefde is geloof - hier komen we op het terrein van het Paulinische messianisme. Beide zijn ontstaan uit lof. Dat is ook duidelijk in het Engels: love, believe .

Na het naar believen belijden van de gelofte in de verloving komt uiteraard het huwelijk. ,, Love and marriage, go together like a horse and carriage... '': dit behoorlijk onuitstaanbare refrein van Frank Sinatra heeft dus een wetenschappelijke grond in de etymologie. Kant, nog stukken stouter dan Sinatra, definieerde het huwelijk als ,,de band met het oog op het levenslange, wederzijdse bezit van elkaars geslachtsdelen''.

Georg Lukács beschouwde deze definitie als een pijnlijk bewijs van de ,,verdinglijking'' van het burgerlijke bewustzijn. Walter Benjamin noemde haar, met meer inzicht, een voorbeeld van een begripsbepaling die zo scherp is, dat ze haar object vernietigt. Deze onoverkomelijk bezitsdrang verplettert elke romantische opvatting. Maar goed, passons .

Deze kleine etymologische omzwerving heeft ons een hernieuwde bepaling van de liefde opgeleverd: liefde is neiging, een aantrekking die een libidinaal pompsysteem in gang zet dat niet alleen verlangt naar lust, maar ook, als lof en aanbidding, gericht is op geloof en gelofte. Een gelofte met lijf en leven. Vandaar ook de eeuwige twijfel en de wanhoop aan de liefde ,, She loves me, she loves me not ''


DS, 09-06-2006 (Lieven De Cauter)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 04:22.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.