Verdrag van Lissabon
			 
			 
			
		
		
		
			
			Hoofdpunten Verdrag van Lissabon  
 
 
*De Europese Raad van regeringsleiders krijgt een vaste voorzitter, voor maximaal vijf jaar.  
 
*Elke lidstaat houdt een lid in de Europese Commissie.  
 
*De twee bestaande functies – buitenlandcoördinator van de EU-Raad en buitenland-commissaris van de Europese Commissie – worden samengevoegd. De functionaris wordt tevens vice- voorzitter van de Europese Commissie en krijgt een ‘eigen’ diplomatieke dienst.  
 
*De regeringen raken hun vetorecht op verschillende beleidsterreinen kwijt. Daardoor zullen besluiten vaker met gekwalificeerde meerderheid (kunnen) worden genomen.  
 
*Het Europees Parlement krijgt meer zeggenschap, met name over landbouw en visserij, justitie en EU-begroting.  
 
*De nationale parlementen krijgen meer mogelijkheden om wetsvoorstellen van de Europese Commissie tegen te houden (‘noodrem’).  
 
*Burgerinitiatief: ten minste één miljoen burgers uit ‘een significant aantal lidstaten’ kunnen met hun handtekening de Europese Commissie verzoeken een wetsvoorstel over een bepaald onderwerp te maken.  
 
*Bij asiel en immigratie voeren de EU-regeringen een gemeenschappelijk beleid met efficiënte bewaking van de EU- buitengrenzen.  
 
*Ter bestrijding van ernstige grensoverschrijdende misdaad die de financiële belangen van de EU schaadt, kan een Europees openbaar ministerie worden ingesteld.  
 
*Het Handvest van Grondrechten van de EU wordt expliciet in het verdrag verankerd.  
 
*De EU wordt een rechtspersoon. Daardoor kan zij deelnemen aan internationale overeenkomsten.  
 
*De lidstaten kunnen zich uit de EU terugtrekken.  
 
 
NRC, 03-11-2009
		 
		
		
		
		
		
		
			
				__________________ 
				"Never argue with an idiot, they'll just bring you 
down to their level and beat you with experience." (c)TB 
			 
		
		
		
		
		
	
	 |